Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij waren op den weg, gaande op naar Jeruzalem; en Jezus [26]ging voor hen; en zij waren verbaasd, en Hem volgende, waren zij [27]bevreesd. En de twaalven wederom tot Zich nemende, begon Hij hun te zeggen de dingen, die Hem overkomen zouden; 26. Namelijk om Zijne gewilligheid te tonen tot het lijden. 27. Omdat Christus hun tevoren gezegd had, gelijk Hij hetzelfde daarna wederom verhaalt wat Hij te Jeruzalem zou moeten lijden, Joh.11:8, en zij wisten dat de Joden besloten hadden in hunnen raad Hem te doden, Joh.11:53,57.